Door Renate Kooijmans, diaconaal werker van de Protestantse Gemeente Haarlem
“Wie staat er in uw schoenen?”
In de krant las ik: Er liggen schepen in het Spaarne. Vluchtelingen vinden daar onderdak. Het was nog winter toen ik een pakketje wegbracht in de buurt van deze schepen. De pakketdienst was ook een pizzabezorger. Er hingen enkele mannen rond de balie. Ze stonden op slippers en zonder jas. Ik moest er toen een beetje om lachen. Het was koud en het regende. Ik stond er niet bij stil, dat je in winter geen schoenen of een winterjas aan kunt hebben.
Ik herinnerde mij die keren, dat ik ging kamperen. En dat ik op mijn slippers door het natte gras naar de warmte van het toiletgebouw hobbelde. Maar toen was het zomer. Nu niet. De mannen konden ook wel lachen, om dit ongewone beeld.
Niet veel later kon ik zelf eens een kijkje nemen op zo’n schip met vluchtelingen. Ik werd uitgenodigd door een programmamanager op een Rijnschip aan de Conradkade.
Het was weer een regenachtige dag, maar nu in het voorjaarsseizoen, ik meld mij bij de receptie van het schip. De receptie is in het trappenhuis. Het heeft met messing relingen en op de grond ligt zacht verend rood tapijt met vlekken. Er hangt een beveiliger naast de receptie. Al wachtend op mijn afspraak kijk ik naar buiten naar de vallende regen. Bij de loopplank van het schip staan een 100tal fietsen netjes in rekken opgesteld. In gedachte vraag ik mij af of er misschien wel een paar fietsen bijstaan, die ik eerder in het jaar gerepareerd heb, bij mijn vorige werkgever. Naast de fietsen staat een zeecontainer, waar wat mannen op slippers verveeld schuilen voor de regen.
Een contactpersoon haalt mij op en leidt mij rond over de twee schepen. Er is een kantoor op de achtersteven en een ontmoetingsruimte waar taalles gegeven wordt, dat overdag ook als de eetzaal dienstdoet. Stellen en alleenstaande vrouwen wonen zij aan zij op 1 gang. De alleenstaande mannen op de andere langszij gelegen boot. Elke hut heeft 2 bedden. De mensen worden willekeurig bij elkaar geplaatst. Daar waar plaats is wordt hun tijdelijke onderkomen. Ze mogen van de boot af, als ze dat willen. Statushouders mogen werk zoeken. Enkelen reizen bijvoorbeeld elke dag naar hun werk in Wageningen.
De programmamanager vertelt, dat er veel mensen zijn, die graag iets zouden willen leren en werken. Een tekenworkshop wordt geannuleerd, omdat de vrijwilliger wordt overgeplaatst. Een ander vrijwilliger vraagt om een naaimachine en stoomstrijkijzer voor een naaiworkshop. Ik vraag mij af wat ik kan organiseren. Op het dak van dit schip staat een zeecontainer met enkele wasmachines, waar de vluchtelingen hun was kunnen doen. Ik spreek de lerares Nederlands en enkele vluchtelingen.
Mijn verwachting van vluchtelingen van kwetsbare mensen, heb ik moeten aanpassen en klopt niet. Ik merk dat de mensen gemotiveerd, ondernemend en trots zijn. Ze willen graag Nederlands leren en komen een halfuur lopen naar het door mij georganiseerde taalcafé in de Schakel. Misschien ervaren ze, dit als een klein eindje, in vergelijking met hun lange reis van hun thuisland naar Nederland?
Toch zijn de vluchtelingen heel erg geholpen met een fiets. Een van de deelnemers is nu opgenomen in het ziekenhuis vanwege een blinde-darm-ontsteking. Ivan vindt het vast leuk om een kaartje te ontvangen. Veel vluchtelingen, die nu aankomen, doen dat zonder winterjas of gesloten schoenen. Ik vraag u dan ook om uit te kijken naar kledingstukken en schoenen, die u kunt missen. Is deze nog netjes en schoon, dan zijn deze nieuwkomers, hiermee heel erg geholpen.
Neemt u contact met mij op? Dan zorg ik dat het op een goede plek komt: Renate Kooijmans, diaconaal werker PGH, tel.nr. 06-43 90 84 51